De IQ- en Intelligentietest

Wil jij snel en eenvoudig je IQ testen? Doe dan mee met de IQ- en Intelligentietest. Beantwoord de tien verschillende vragen en ontvang een indicatie van jouw IQ en opleidingsniveau.

De gratis IQ- en Intelligentietest bevat alle standaard onderdelen die thuishoren in een IQ test: cijfer- en figurenreeksen, redactiesom, kubusuitslag en woordbetekenis.

Hoe het werkt?

  • Start de test
  • Beantwoord de vragen zo goed mogelijk maar ook zo snel mogelijk
  • Je ontvangt na het invullen van de test direct de uitslag
  • Daag je vrienden uit om jouw score te verbeteren!

Heel veel succes!

De test wordt gestart...

Vraag 1: Samengesteld figuur II

Welke van de onderstaande gele figuren heb je nodig om het blauwe figuur samen te stellen?

Vraag 2: Woordbetekenis I

Welk van de onderstaande woorden heeft als betekenis ‘Inzinking tussen bergen en heuvels’?

Vraag 3: Redactiesom III

Wat is het juiste antwoord op het volgende vraagstuk?

Nicole krijgt twee derde van het geld dat ze uitgeeft aan studieboeken door haar ouders vergoed. Ze geeft per maand gemiddeld 60 euro aan boeken uit. Hoeveel geld krijgt zij van haar ouders als ze na een half jaar de bonnetjes van de gekochte studieboeken inlevert?

Vraag 4: Antoniem I

Van welk woord is de betekenis het meest tegengesteld aan ‘Globaal’?

Vraag 5: Kubus III

Welke kubus krijg je als je de opengevouwen kubus opvouwt?

Vraag 6: Redactiesom II

Geef het juiste antwoord op het volgende vraagstuk:

Jan wil een badkuip vullen met emmers water. Hiervoor heeft hij in totaal 560 liter water nodig. Voor een goede temperatuur van het badwater mengt Jan steeds 3 emmers koud water met 5 emmers heet water. Als in één emmer 10 liter water past, hoeveel emmers heet water heeft Jan dan in totaal nodig?

Vraag 7: Analogie II

Welk woord komt het meest logisch op de plaats van het vraagteken?
Kip staat tot ei als ? staat tot melk

Vraag 8: Syllogisme II

Welke conclusie kan je met zekerheid trekken op basis van de volgende beweringen?

  1. Sommige bakkers zijn man.
  2. Alle mannen kunnen niet zingen.

Vraag 9: Analogie III

Welk woord komt het meest logisch op de plaats van het vraagteken?

Kwartaal : maand ALS twaalf : ?

Vraag 10: Synoniem I

Welk van de onderstaande woorden betekent hetzelfde als het woord ‘Subiet’?

Jouw tijd: 0 sec.
NTI op FaceBook NTI op Instagram NTI op Twitter NTI op YouTube NTI op LinkedIn