Talentest - Nederlandse spelling

Weet je soms niet wanneer een woord eindigt op een d, t of dt? De Nederlandse spelling is de laatste jaren ingrijpend veranderd. Er bij zakelijke correspondentie verwacht dat je foutloos de Nederlandse taal beheerst.

Geef antwoord op de vragen en test jouw kennis op het gebied van de Nederlandse spelling en grammatica!

Hoe het werkt?

  • Start de test 
  • Beantwoord de vragen zo goed mogelijk maar ook zo snel mogelijk 
  • Je ontvangt na het invullen van de test direct de uitslag 

Heel veel succes!

De test wordt gestart...

Vraag 1: Wat is in de volgende zin het bijvoeglijk naamwoord?

Wat is in de volgende zin het bijvoeglijk naamwoord? De groenteboer brengt ons dagelijks met zijn wagen verse groente.

Vraag 2: In de zin “Loop door!” is het werkwoord in de.... ?

In de zin “Loop door!” is het werkwoord in de.... ?

Vraag 3: Geef aan wat het wederkerende voornaamwoord is.

Vraag 4: Hoeveel persoonsvormen kent de Nederlandse taal?

Hoeveel persoonsvormen kent de Nederlandse taal?

Vraag 5: Wat is het zelfstandige werkwoord en het hulpwerkwoord?

Geef aan in onderstaande zin wat het zelfstandige werkwoord en het hulpwerkwoord is. Ik zou dat gemaakt willen hebben.

Vraag 6: Hoe wordt een onvoltooid deelwoord gevormd?

Hoe wordt een onvoltooid deelwoord gevormd?

Vraag 7: Miste, mistte of misten?

Vraag 8: Welke zin is correct?

Welke zin is correct?

Vraag 9: Voorzetsels

Veel beleidsstukken bevatten lange zinnen die vaak met een voorzetsel kunnen worden ingekort. Geef in de volgende zin aan welk voorzetsel het eerste gedeelte kan vervangen. Door middel van de impregnatie van het hout, zal het hout niet snel schimmelen.

Vraag 10: Het onderwerp

Wat is het onderwerp in de volgende zin. De dochter van mijn buurman is zwanger.

Jouw tijd: 0 sec.
NTI op FaceBook NTI op Instagram NTI op Twitter NTI op YouTube NTI op LinkedIn